bekijk alle artikelen

Slim omgaan met mest

2 februari 2022
Mark van den Eijnden

Biodiversiteit of biologische diversiteit is een graad van verscheidenheid aan levensvormen binnen een gegeven ecosysteem, bioom, geografisch gebied of de gehele planeet. Biodiversiteit omvat de verscheidenheid aan verschillende ecosystemen, de verscheidenheid aan verschillende soorten binnen een ecosysteem en de genetische variatie binnen een soort.

Een veelgebruikte maat voor biodiversiteit van een gebied is de soortenrijkdom van een bepaalde groep soorten (zoals planten, vogels, algen). De biodiversiteit van een ecosysteem wordt vaak gebruikt als een indicator voor de gezondheid ervan. 

De hoofdredenen voor het verlies aan biodiversiteit

  • Veranderingen in landgebruik (bijvoorbeeld ontbossing, intensieve monocultuur, verstedelijking)
  • Onmiddellijke exploitatie zoals jagen of vissen
  • Klimaatverandering
  • Vervuiling
  • Invasieve uitheemse soorten

Het tegengegaan van het verlies aan biodiversiteit is een steeds belangrijkere opgaven binnen Nederland. Niet alleen in en rond natuurgebieden maar ook op het platteland, steden en industrie terreinen. Dus binnen alle sectoren en overheden staat dit punt op de agenda, dus ook binnen de landbouw. Binnen de landbouw wordt dan direct een link gelegd met land gebonden activiteiten en worden maatregelen genomen om o.a. kruidenrijk graslanden, gevarieerde akkerranden, gereduceerde grondbewerking, bouwplanverruiming en groene erfbeplanting te bevorderen. 

Voor de intensieve sectoren lijken er in eerste instantie maar minder mogelijkheden te zijn om een bijdrage te leveren aan het versterken van de biodiversiteit. Natuurlijk ook hier zijn er mogelijkheden die vergelijkbaar zijn met de andere sectoren zoals groene erfbeplantingen, het ondersteunen van specifieke soorten (zoals bijvoorbeeld vogels, vleermuizen) en aanbrengen van nastuurvriendelijke blauwe elementen (zoals bijvoorbeeld paddenpoel op het erf). 

Bij een verdere verdieping van dit onderwerp zijn er meer mogelijkheden voor de varkenshouderij dan hierboven vermeld staan. Deze mogelijkheden voor het versterken van de biodiversiteit kunnen  wellicht op langere termijn een veel grotere impact hebben. Ze zijn echter niet direct zichtbaar en tastbaar. De mogelijkheden zitten met name in het traject van het omgaan met dierlijke mest. Op dit moment wordt via het toedienen van dierlijke mest dierlijke mineralen op het land toegediend. Het aanbod van de verschillende mineralen die toegediend worden via de dierlijke mest sluiten op dit moment niet aan op de gewenste mineralen samenstelling voor de planten en de bodem, waardoor er niet alleen verstoring in de bodem optreden maar ook naar het oppervlakte- en grondwater. Daarnaast worden via de dierlijke mest ook residuen van biociden (reinings- en desinfectiemiddelen,  antibiotica en andere medicijnen) en zware metalen (via het voer) toegediend aan de bodem. Deze stoffen zorgen voor een geleidelijke achteruitgang van het bodemleven (micro organisme die geleidelijk verdwijnen, waardoor ook o.a. wormen geleidelijk verdwijnen).

Vanuit KDV is al 25 jaar gestreefd naar het verlagen van koper en zink in het voer (uitstoot normen), waardoor er minder van deze stoffen via de mest het bodemleven verstoren.

Sinds 2010 is het streven binnen KDV gericht op het verminderen van het antibiotica gebruik, niet alleen voor het verhogen van de diergezondheid, tegen gaan van resistentie ontwikkeling maar ook het tegengaan van het verstoren van het bodemleven door de residuen die via de mest worden verspreid.

De belangrijkste stap die nu binnen KDV doorontwikkeld wordt is de combinatie van dagontmesting – mestvergisting en mestbewerking, waardoor uitstoot van ammoniak en methaan in de houderij wordt voorkomen, anderzijds de mineralen uit de mest beschikbaar komen in de juiste vormen voor plant en bodem en in verschillende productstromen waardoor deze toegepast kunnen  worden binnen de slimme bemestingsstrategie binnen de akker- en tuinbouw.